De Columns op deze pagina verschenen eerder in de rubriek 'Puur Natuur' in De Krant en De Krant actueel.

Kalverliefde

Onlangs bezocht ik een boerenbedrijf. Trots toonde de boer zijn koeien, elk met een eigen karakter en eigenaardigheden. Al snel werd het rumoerig. Een jong stiertje sprong op een ‘tochtige’ koe en probeerde haar te dekken. De koe dacht daar anders over en liep weg met het stiertje op haar rug. Een soort dekkende stalpolonaise. Is dit kalverliefde dacht ik? Nee, want volgens de encyclopedie is dat ‘hevige verliefdheid tussen mensen die nog weinig ervaring hebben in de liefde’. Hoe zit dat dan bij ervaren mensen en bestaat er (kalver)liefde bij dieren?

Over mensenliefde is sinds de oudheid veel geschreven. Je wordt smoorverliefd op de vrouw van je dromen. De tijd lijkt stil te staan en de wereld ziet er mooier uit. Hormonen gieren door je lijf, een explosie aan gevoelens en emoties. Je verklaart elkaar de liefde en je wilt de rest van je leven bij elkaar blijven. Samen snijd je je initialen in een boom en zoek je naar de regenboog. Je droomt en zoekt hoopvol naar een gezamenlijke toekomst. Kennen dieren ook liefdesrelaties en wellicht liefdesverdriet?

Ik lees in een artikel dat dieren de liefde eigenlijk veel serieuzer nemen dan mensen. Het is voor hen soms een kwestie van leven en dood. Een liefdesslagveld. Slik…. Het zorgen voor nageslacht is de grote drijfveer. Vrouwtjes zoeken mannetjes met de beste genen om mee te paren. Mannetjes zoeken vrouwtjes die hun nageslacht zo goed mogelijk kunnen verzorgen. Vooral onderzoeken onder apen leverden boeiende gegevens over dierenliefde op. Uiteindelijk zijn apen nauw aan ons mensen verwant.

En vogels? Onderzoek wees uit dat vogels ook een knuffelhormoon aanmaken. Ze ‘knuffelen’ elkaar door over de veren te aaien. Vooral rond paringstijd is het feest. Overal zie je baltsgedrag of hofmakerij. Mannetjes doen alle moeite om bij de vrouwtjes in de smaak te vallen. Kleuren, geuren, geluiden en ‘dansvormen’ zijn daarbij belangrijke ingrediënten. Elke vogelsoort kent zijn eigen baltsritueel. Buizerds maken acrobatische, baltsvluchten waarbij ze elkaar luid miauwend het hof maken. En de vogels van geluk, voorspoed en liefde? Zij dansen en roepen luidruchtig naar elkaar. Het Kraanvogel mannetje en vrouwtje draaien daarbij met uitgestrekte vleugels om elkaar heen. Daarbij maken ze soms meters hoge sprongen. En mijn favoriete ijsvogel verstevigt de paarband met explosieve, rumoerige baltsvluchten. Hij sluit de hofmakerij af door het vrouwtje een visje aan te bieden. Dit zogenaamde baltsvoeren is overigens bij veel vogelsoorten gereduceerd tot alleen snavel aanraken.

Zijn vogels monogaam? Sommige soorten zoals kraaien, duiven, ganzen en zwanen zijn trouw. Ze blijven vaak een leven lang bij een vaste partner. Dat scheelt een hoop tijd, energie en gedoe in het broedseizoen. Maar de meeste vogels zoeken jaarlijks een nieuwe partner. Een van de meest losbandige vogels is de heggenmus, met vaak meerdere partners in een seizoen. Overspel heeft bij vogels het voordeel dat je aan risicospreiding doet. Je zorgt ervoor dat je genen zich verspreiden mocht bijvoorbeeld een van de ouders dood gaan.

En ja, vogels kunnen rouwen. Van zwanen is bekend dat ze wel een jaar rouwen om het verlies van hun partner. Enige tijd geleden reed ik ’s nachts naar huis. Ik kon nog net een kerkuil, staand op de weg, ontwijken. Hij of zij bleek naast een doodgereden kerkuil te wachten. Dat voelde ook als rouwen evenals de koolmees in onze Hazelaar, die hard fluitend naar de dode koolmees op de grond keek. Tja die beelden blijven me bij.

Nee, ik hou niet van afscheid nemen en zie liever ‘kalverliefde’ bij mensen en dieren die achter elkaar aan dollen en elkaar het hof maken. Liefde is heel bijzonder.

Dood - leven

Uit het niets zag ik iets in het licht van de linker koplamp verschijnen. Ik reed in het donker onderweg naar huis. Het was laat en ik was de enige automobilist op de onverlichte landweg. Mijn voet vloog in een reflex van gas- naar rempedaal, maar het was al te laat. Een doffe dreun en daarna stilte, op het ronken van de automotor na. Wat had ik geraakt? Even verderop keerde ik de auto en reed naar de plek waar het ongeveer was gebeurd. In het licht van de koplampen zag ik een haas bewegingloos in het bermgras liggen. Ik stapte uit, het dier zag er nog gaaf uit. Toen ik aan de haas voelde was het nog warm, maar dood. Ja dus, ik had voor het eerst van mijn leven een dier doodgereden. Wat nu?

Er vlogen allerlei gedachten door mijn hoofd. Meenemen en opeten? Dierenambulance of politie bellen? Wat doe je in zo’n geval? Nee, dacht ik. Ik geef het dier terug aan de natuur. Ik heb de haas opgepakt en een eind verderop in het bos gelegd. 

Dat leverde, een dag later, boeiende discussies op. “Jij bent gek” zei een kennis. “Die had ik graag gevild en opgegeten”. “Teruggeven aan de natuur, dat zouden meer mensen moeten doen” zei een ander. “Wat smerig, ik raak zo’n dood beest niet aan” en “Het zal daar wel stinken nu” zei weer een ander. En zo liepen de reacties flink uiteen.

Ik ben blij dat ik hem in het bos heb gelegd. Terug in de natuur. Enige tijd geleden vond ik een vrij gave dode reegeit in het bos. Het zal daar hooguit een paar dagen hebben gelegen. Ik besloot de ree daar te laten liggen en te volgen wat er met haar gebeurde. Regelmatig ging ik kijken. Tot mijn verbazing stonk het dier niet. De dode ree bleek een restaurant voor aaseters. Ik zal hier niet in details treden maar het was boeiend om te zien. Na anderhalve maand was het dier volledig kaalgevreten. 

Het is in ons land niet gebruikelijk om dode dieren aan de natuur terug te geven. Op de weg aangereden wild wordt opgehaald en naar destructiebedrijven gebracht. We zijn min of meer van de dood vervreemd geraakt. Een dood vogeltje in de tuin verdwijnt vaak in de groene container. Jammer, want dode dieren horen bij de natuur. Het is voedsel voor uiterst nuttige aaseters. Eigenlijk zijn er te weinig kadavers in ons land. Kadaver schaarste noemen we dat.

Over dode dieren op de weg wil ik nog wel iets kwijt. Het is dieronwaardig. Als je een dier aanrijdt en dat hoor en voel je wel, kijk dan wat er is gebeurd. Natuurlijk niet op de snelweg maar wel op een landweg. Het is eigenlijk je plicht. Mogelijk leeft het dier nog en kun je het dier redden of uit zijn lijden (laten) verlossen. Bel de politie of dierenambulance indien nodig. Laat ze niet op de weg liggen of creperen in de wegberm. Dode dieren trekken immers aaseters aan die op hun beurt weer gevaar lopen. Leg het dode dier daarom een eindje van de weg af. Helaas rijden veel mensen door na een aanrijding en laten ze de aangereden dieren op de weg liggen, waaronder egels, vogels en katten. Meerdere auto’s rijden het dier nog eens lekker plat. Amerikanen hebben er een woord voor ‘raodpizza’s’. Platgereden dieren op de weg. 

Geef dode dieren een ‘tweede leven’ en geef ze terug aan de natuur. Uiteindelijk is de een z’n dood de ander z’n brood. 

Andre Brasse - Puur Natuur nr. 62 - jan 2022  https://dekrantnieuws.nl/dood-leven/

Terug naar overzicht
Dood - leven

Uit het niets zag ik iets in het licht van de linker koplamp verschijnen. Ik reed in het donker onderweg naar huis. Het was laat en ik was de enige automobilist op de onverlichte landweg. Mijn voet vloog in een reflex van gas- naar rempedaal, maar het was al te laat. Een doffe dreun en daarna stilte, op het ronken van de automotor na. Wat had ik geraakt? Even verderop keerde ik de auto en reed naar de plek waar het ongeveer was gebeurd. In het licht van de koplampen zag ik een haas bewegingloos in het bermgras liggen. Ik stapte uit, het dier zag er nog gaaf uit. Toen ik aan de haas voelde was het nog warm, maar dood. Ja dus, ik had voor het eerst van mijn leven een dier doodgereden. Wat nu?

Er vlogen allerlei gedachten door mijn hoofd. Meenemen en opeten? Dierenambulance of politie bellen? Wat doe je in zo’n geval? Nee, dacht ik. Ik geef het dier terug aan de natuur. Ik heb de haas opgepakt en een eind verderop in het bos gelegd. 

Dat leverde, een dag later, boeiende discussies op. “Jij bent gek” zei een kennis. “Die had ik graag gevild en opgegeten”. “Teruggeven aan de natuur, dat zouden meer mensen moeten doen” zei een ander. “Wat smerig, ik raak zo’n dood beest niet aan” en “Het zal daar wel stinken nu” zei weer een ander. En zo liepen de reacties flink uiteen.

Ik ben blij dat ik hem in het bos heb gelegd. Terug in de natuur. Enige tijd geleden vond ik een vrij gave dode reegeit in het bos. Het zal daar hooguit een paar dagen hebben gelegen. Ik besloot de ree daar te laten liggen en te volgen wat er met haar gebeurde. Regelmatig ging ik kijken. Tot mijn verbazing stonk het dier niet. De dode ree bleek een restaurant voor aaseters. Ik zal hier niet in details treden maar het was boeiend om te zien. Na anderhalve maand was het dier volledig kaalgevreten. 

Het is in ons land niet gebruikelijk om dode dieren aan de natuur terug te geven. Op de weg aangereden wild wordt opgehaald en naar destructiebedrijven gebracht. We zijn min of meer van de dood vervreemd geraakt. Een dood vogeltje in de tuin verdwijnt vaak in de groene container. Jammer, want dode dieren horen bij de natuur. Het is voedsel voor uiterst nuttige aaseters. Eigenlijk zijn er te weinig kadavers in ons land. Kadaver schaarste noemen we dat.

Over dode dieren op de weg wil ik nog wel iets kwijt. Het is dieronwaardig. Als je een dier aanrijdt en dat hoor en voel je wel, kijk dan wat er is gebeurd. Natuurlijk niet op de snelweg maar wel op een landweg. Het is eigenlijk je plicht. Mogelijk leeft het dier nog en kun je het dier redden of uit zijn lijden (laten) verlossen. Bel de politie of dierenambulance indien nodig. Laat ze niet op de weg liggen of creperen in de wegberm. Dode dieren trekken immers aaseters aan die op hun beurt weer gevaar lopen. Leg het dode dier daarom een eindje van de weg af. Helaas rijden veel mensen door na een aanrijding en laten ze de aangereden dieren op de weg liggen, waaronder egels, vogels en katten. Meerdere auto’s rijden het dier nog eens lekker plat. Amerikanen hebben er een woord voor ‘raodpizza’s’. Platgereden dieren op de weg. 

Geef dode dieren een ‘tweede leven’ en geef ze terug aan de natuur. Uiteindelijk is de een z’n dood de ander z’n brood. 

Andre Brasse - Puur Natuur nr. 62 - jan 2022  https://dekrantnieuws.nl/dood-leven/

Terug naar overzicht